Volgens het Nederlands Jeugdinstituut (z.d.) vindt pesten plaast wanneer één of meerdere personen vanuit een machtspositie iemand anders herhaaldelijk en voortdurend op een vervelende manier lastigvalt.

Cyberpesten is een andere vorm van pesten, deze vorm vindt plaats in de digitale wereld. Dit kan gebeuren op middelen zoals, sociale media, online game chatrooms, whatsapp en andere online platforms plaatsvinden. Omdat het pesten zich online bevindt kan het pesten zich elk moment doen vanaf elke plek plaats vinden, zonder dat de pester fysiek van het slachtoffer in de buurt hoeft te zijn. Ook al is er ook een kans dat de online pester iemand van hun persoonlijke leven kan zijn (Kowalski et al., 2014).

Een belangrijk aspect van cyberpesten is anonimiteit. Pesters kunnen gebruik maken van valse of anonieme accounts om hun identiteit te verbergen. Dit zorgt ervoor dat de pesters een gevoel van veiligheid, sinds niemand van hun gedrag afweet. En dit zorgt ervoor dat de pesters zonder een gevoel van angst voor straf door kunnen gaan met hun gedrag (Hinduja & Patchin, 2010).

Cyberpesten hoeft niet altijd erg agressief te zijn. Soms gaat het om subtieler gedrag, zoals het verspreiden van roddels of iemand buiten sluiten van een onlinegroep. Dit soort sociale manipulatie kan net zo zijn als iemand openlijke aanvallen en laat zien dat er meerdere soorten van cyberpesten zijn (Willard, 2007).

Cyberpesten is iets wat vroeg kan beginnen, vanaf groep 6 kunnen ze er al mee te maken krijgen, dit komt doordat kinderen op die leeftijd hun eerste telefoon krijgen (Van Frank, 2024). Hierdoor hebben kinderen al snel contact met de verwachte sociale etiquette online, dit kan ervoor zorgen dat een kind niet de grenzen begrijpen, en ze zouden kunnen schenden (Van Frank, 2024). Daarom is het belangrijk om je kind of jonger te onderwijzen in de dingen die hun wel en niet kunnen zeggen of doen online.

Verschillende situaties die vallen onder cyberpesten zijn: 

• Beledigende, kwetsende of bedreigende berichten sturen. Een slachtoffer kan uitscholden worden of uitgelachen voor hun persoonlijkheid, uiterlijk of omdat ze autisme en/of een leerstoornis hebben. Het doel van deze berichten is om de ander te kwetsen, te vernederen of hun onderdruk te zetten om iets te doen wat hun niet willen. Dit kan gedaan worden via teksten, foto’s of video’s gefocust op het kwetsen van het slachtoffer. Deze berichten kunnen ook overgaan naar doodwensingen. Dit soort berichten kunnen eenmalig zijn, maar kunnen ook herhaaldelijk zijn.

• Zonder toestemmingen dingen of posten op sociale media. Een ander kan zonder toestemming ongewenste dingen posten op sociale media over het slachtoffer. Dit kan gaan over teksten, video’s of foto’s.

• Online roddels, geruchten en leugens verspreiden over een ander. Er kunnen via de onlinewereld snel leugens verspreid worden om hun in een kwaad licht te zetten, te vernederen, van streek te maken. Dit soort berichten kunnen ook zich herhaaldelijk voordoen.

• Het uitsluiten buiten groepchats of online groepen. Een slachtoffer kan expres buitengesloten worden van online groepen of chats waar ze met vrienden of klasgenoten in zitten.

• Ongewenst contact met een ander, een ander kan heel vaak ongewenst contact opnemen met het slachtoffer. Dit kan online blijven via 1 platform maar het kan ook escaleren naar stalking. Dan maakt een ander herhaaldelijk ongewenst contact met het slachtoffer door hun voordurend te volgen, controleren en te bedreigen.

• Hacken van accounts, anderen kunnen het accounts van het slachtoffer gehacken zoals, game accounts, bankrekeningen, sociale media-accounts of hun e-mail. Hiermee kunnen ze persoonlijke informatie van het slachtoffer stelen en misbruik kunnen maken van hun indentiteit of geld stelen van het slachtoffer.

(Van Frank, 2024) (INEGE Safeguarding Group, 2022)