Hoe kan je cyberpesten voorkomen?

Cyberpesten kan grote impact hebben, vooral op kinderen met autisme. Zij zijn vaak kwetsbaarder vanwege moeite met het interpreteren van sociale signalen en minder vermogen om pesten te herkennen of erop te reageren. Als ouder kun je een cruciale rol spelen in het voorkomen en aanpakken van dit probleem. Hier zijn enkele praktische tips:

• Beperk toegang tot risicovolle platforms: Kies sociale media en apps die bekendstaan om goede moderatie en duidelijke gedragsregels. Platforms zoals YouTube Kids of apps met ouderlijk toezicht zijn vaak veiliger.
• Gebruik privacy-instellingen: Help je kind hun accounts zo in te stellen dat alleen vrienden of goedgekeurde personen contact met hen kunnen opnemen. Zorg dat persoonlijke informatie, zoals adres of school, niet openbaar zichtbaar is.
• Toezichtsoftware: Gebruik apps en tools waarmee je kunt monitoren welke websites en platforms je kind bezoekt. Zorg dat je kind weet dat je hen niet controleert om te straffen, maar om te beschermen.

• Wees duidelijk over wat veilig is: Leg op eenvoudige wijze uit wat wel en niet veilig is om te delen online, zoals foto’s, wachtwoorden of persoonlijke details.
• Praat over online gedrag: Help je kind begrijpen wat respectvolle communicatie is en wat ze kunnen doen als iemand onaardig of ongepast tegen hen doet.
• Leer ze om nee te zeggen: Oefen met situaties waarin ze zich ongemakkelijk voelen, bijvoorbeeld hoe ze een gesprek kunnen beëindigen of iemand kunnen blokkeren.

• Praat regelmatig over hun online leven: Vraag regelmatig wat je kind doet op internet, welke spellen ze spelen en met wie ze praten.
• Maak melden veilig: Laat je kind weten dat ze altijd naar jou toe kunnen komen als iets hen stoort, zonder bang te zijn voor straf of boosheid.
• Stel specifieke vragen: Jongeren met autisme hebben soms moeite om pesten te herkennen. Vraag daarom concreet: “Heeft iemand iets gezegd of gedaan waardoor je je verdrietig voelde?”

• Herkennen van pesten: Leer je kind wat cyberpesten is, zoals gemeen taalgebruik, bedreigingen of buitensluiten. Gebruik eenvoudige voorbeelden die ze kunnen begrijpen.
• Geef hen strategieën: Leer je kind hoe ze negatieve berichten kunnen negeren, pesters kunnen blokkeren en incidenten kunnen rapporteren. Oefen dit samen zodat ze weten hoe het werkt.
• Complimenteer positief gedrag: Wanneer je kind iets goeds doet online, zoals vriendelijk reageren of duidelijke grenzen stellen, erken dit. Het versterkt hun vertrouwen.

• Beperk schermtijd: Door de tijd online te beperken, verminder je de kans op negatieve interacties. Stel tijden in waarop je kind geen toegang heeft tot sociale media, bijvoorbeeld voor het slapen gaan.
• Stel samen afspraken op: Maak afspraken over welk soort content je kind mag bekijken, welke platforms ze mogen gebruiken en hoe ze online met anderen omgaan. Door hen hierbij te betrekken, voelen ze zich meer verantwoordelijk.
• Controleer leeftijdsgrenzen: Zorg dat apps, spellen en websites geschikt zijn voor de leeftijd en het ontwikkelingsniveau van je kind.

• Stimuleer offline hobby’s: Help je kind activiteiten te vinden waarin ze plezier en zelfvertrouwen ontwikkelen, zoals sport, kunst of muziek. Dit beperkt hun afhankelijkheid van online contact.
• Faciliteer fysieke sociale interacties: Zorg voor veilige sociale omgevingen waar je kind in het echt vrienden kan ontmoeten, zoals een club of vereniging voor kinderen met vergelijkbare interesses.

• Informeer de school: Vraag of de school trainingen aanbiedt over cyberveiligheid en of ze beleid hebben tegen pesten, inclusief online pesten.
• Raadpleeg experts: Werk samen met therapeuten, begeleiders of autismespecialisten om je kind vaardigheden bij te brengen die specifiek gericht zijn op online weerbaarheid.

• Toon goed online gedrag: Laat zien hoe jij zelf online communiceert, bijvoorbeeld door respectvol te reageren of geen negatieve discussies aan te gaan.
• Demonstreer gezonde schermtijd: Beperk je eigen schermgebruik en moedig offline activiteiten aan, zodat je kind hier een voorbeeld aan neemt.